Voordracht van sociologe Marian Lens op 16/09/2020
Met : « En de vrouwen? Welke zichtbaarheid, of eerder niet-zichtbaarheid, van lesbiennes in de (sociale) media? » lanceerde L-Tour haar eerste reeks conferentie-debatten (“What About Lesbian Spaces?”).
De reeks starten we met ‘Lesbian Spaces’, lesbische ruimten – of eerder het tekort eraan, en onze blijvende onzichtbaarheid binnen de LGBTQI+ beweging en in de maatschappij.
Laten we niet rond de pot draaien (‘pot’ in de betekenis van ‘lesbiennes’ of ‘dykes’, natuurlijk). Het is heel duidelijk dat er een scherpe ondervertegenwoordiging van lesbiennes is in de media en in de maatschappij. Tijdens deze bijeenkomst illustreren Drs Cecil Meeusen en Laura Jacobs dit op een schitterende manier, aan de hand van hun Belgische case study in de Vlaamse media.
Onze dank gaat naar Equal.Brussel (het Gelijke Kansen beleid van regio Brussel) dankzij wie wij een subsidie hebben gekregen om deze reeks conferenties – en veel meer – te kunnen geven. Wij zijn gelukvogels dat we in België steunende overheidsinstanties hebben die ons heel openlijk als lesbiennes of GBTQI+ steunen.
Dat lesbiennes ook iets meer substantieels krijgen, specifiek als lesbiennes, is wel heel recent. Wij kregen tot nu toe altijd als antwoord: ‘Doet u het maar binnen jullie koepels (homo of feministisch).’ Daar kwamen echter maar brokkeltjes terug. Een fictie dus. En dat behoort tot onze geschiedenis – onze lesbian herstory. Dus ja, ik geef toe, ik ben wel dankbaar en vereerd dat wij nu sinds een paar jaar ook iets rechtstreeks en iets substantieels terugkrijgen.
Het doel van L-Tour, haar methodologie en haar filosofie, is het delen van informatie en analyses. L-Tour wil ervoor zorgen dat deze voortdurend ter beschikking zijn, gratis en voor iedereen, zonder uitzondering.
Wat mijzelf betreft, ben ik, Marian Lens, sinds eind jaren 1970 zeer actief in de lesbische en feministische bewegingen alsook in wat we nu de LGBTQI+ beweging noemen. Als sociologe ben ik sinds 40 jaar met onderzoek bezig en gespecialiseerd geworden in lesbische studies. Zes jaar geleden, in 2014, heb ik L-Tour opgericht.
***
Een sociologische inleiding van lesbiennes als minderheidsgroep
Wat betreft het concept ‘minderheid’, is het belangrijk om te beseffen dat in feite vrouwen totaal geen minderheid zijn. Vrouwen zijn geen minoriteit als het gaat over cijfers, maar juist eerder een meerderheid. Dat vrouwen geminoriseerd zijn, betekent dat deze groep gekleineerd werd en wordt. Wat beschreven is gaat minder over een getal, maar eerder over een sociaal fenomeen dat een discriminerende en vaak een onderdrukkend mechanisme beschrijft.
In 2018, in hetzelfde jaar als de voordracht op de Lesbiennedag, interviewde VRT-journalist Xavier Taveirne homo’s die een paar decennia terug zich in Vlaanderen “durfden te outen” en zodoende als hobebipioniers voorgesteld werden. Dit gebeurde in een documentairereeks van niet slechts één reportage, maar van maar liefst drie. Nadien werden deze uitgebreide interviews heel snel gevolgd met het publiceren van een boek met de gelijke titel “Voor de mannen”. En inderdaad: zo beperkt was het. Niets werd ooit dan of sindsdien over lesbiennes in een gelijkaardige programma door deze openbare omroep/media gemaakt.
Gelukkig wilde Knack-journaliste Han Renard weten hoe dit kwam (u kunt haar artikel op de site lezen ). In haar onderzoek kwam ze o.a. een verrassende uitleg van de website holebipioniers.be tegen, die beweerde dat: ‘In de eerste decennia van de homobeweging speelden lesbiennes, zoals in de rest van de samenleving, geen enkele rol’. Verbaasd zocht ze verder om lesbiennes te interviewen. En wat bleek? De werkelijkheid klonk heel anders. Zij citeerde o.a. mijn antwoord, namelijk:
‘De allereerste Belgische vereniging voor homo’s en lesbiennes (werd) in 1953 door Suzan Daniel, een vrouw, () opgericht. (…) Toen de homo’s erbij kwamen, hebben die Suzan Daniel eruit gezet, omdat ze niet aan een vrouw de leiding wilden (laten). In tegenstelling tot wat geschreven was (en nochtans nog vaak te horen of te lezen is,) waren wij er dus wel vanaf het prille begin bij. Alleen blijft de bijdrage van lesbiennes in de geschiedschrijving van de holebibeweging {en buiten deze} altijd onderbelicht, omdat {volgens hun veroordeling} we maar vrouwen zijn.’
Kortom, niet alleen waren lesbiennes erbij, maar in werkelijkheid waren ze ook heel duidelijk voortrekkers van de beweging, en hadden ze dusdanig als inspiratiebron erkend en geëerd moeten worden.
Lesbische succesverhalen in België/Brussel
Er zijn talrijke voorbeelden, en L-Tour brengt ze vaak aan het licht . Er zijn vele succesverhalen en we hebben al veel bereikt. Lesbiennes hebben veel premières aan de LGBTQI+ geschiedenis gebracht.
In 1979 is de eerste Belgische LGBTI archivaria, lesbische archivaria le Feminaire, gestart. Kort nadien trok ik de groep bij, en na een jaar is de naam veranderd in Les Lesbianaires, om deze heel duidelijk lesbisch te laten klinken. Dit was ook nog de tweede lesbische archivaria in de wereld, na New York. Pas na 17 jaar ontstond een LGBTQI+ archivaria, met de naam van een lesbienne, onze Suzan Daniel (1996), omdat zij de eerste ‘LGBTI+’ vereniging in België gecreëerd had in 1953. Dit is een eer die wij zelden gekregen hebben, wat jammer genoeg een uitzondering blijft.
Eind jaren zeventig, begin jaren tachtig, trok ook een lesbienne de heterosocialiteit alsook de binaire constructie van Man-Vrouw waar deze op gebaseerd is in twijfel. Dit was de allereerste Belgische universitaire master die dit onder de loep nam . Het was toen voor de professors zo’n confronterende studie dat ze mij maar konden bedreigen en een verbod maakten om voor mij ooit onderzoek of een carrière binnen de universitaire wereld te mogen doen. Een zeer repressieve periode was het.
In 1985 was het ook een lesbische vereniging die de eerste LGBTI ruimte opende waar zeer openlijk lesbiennes, homo’s en wie zichzelf ook anders identificeerde bij elkaar kwamen. Artemys bracht deze mensen onder daglicht, door een duidelijk lesbisch geprofileerde boekhandel te zijn, open te zijn gedurende de dag, en doorzichtige vensters te hebben.
Iedereen kon zien hoe we eruitzagen, heel open en heel fier. Tot dan toe schuilden de weinige homo- en lesbische verenigingen en bars zich achter gesloten deuren, zonder zicht naar binnen toe.
Hoe komt het dat dit nog niet geweten is?
Om terug te komen op het voorbeeld van de documentairereeks “Voor de mannen”, moet u wel weten dat nochtans een zeer bekende pionierster, mede-organisatrice van de Lesbiennedag van Leuven en ook in Antwerpen, Maggy Doumen, nochtans toen wel geïnterviewd werd door de VRT, om zogezegd een reportage rond lesbische vrouwen te maken. De VRT vond het uiteindelijk niet nuttig genoeg om die daadwerkelijk te maken, ook al was het dan nog maar voor één enkel uitzending. Tja, hoe weegt een lesbienne in de huidige openbare Vlaamse media? Heel weinig blijkbaar!
Hoe kunnen hedendaagse leidende homo’s fakenews blijven geven en dat zonder gevolgen? Hoe kan een openbare omroep die met beroepsjournalisten functioneert zo’n discriminerend werk blijven leveren in deze moderne 21ste eeuw? Hoe kunnen ze publiek geld – ons belastinggeld – zo discriminerend blijven gebruiken?
Zoals onze diepgaande Knack-journaliste verder schrijft, willen lesbiennes nochtans ‘bestaan en gezien worden’. Waarom is het blijkbaar nog altijd niet overal mogelijk?
Haar artikel “Voor de vrouwen” werd ondertiteld “Waarom zij niet erkend worden als voortrekkers”. En ik raad u aan om die op onze website door en door te lezen, maar ik geef u een idee ervan.
Deze vraag is niet nieuw. Er bestaan talrijke boeken en studies over. Er is meer dan een halve eeuw aan onderzoek dat de redenen analyseert. Die onderzoeken bewijzen hoe fundamenteel lesbiennes altijd zijn geweest binnen de progressieve bewegingen. Tot nu toe zijn deze onderzoeken echter gelezen door een beperkt aantal mensen, vooral lesbiennes. Deze studies zijn ook vooral door hen gemaakt, vaak nog altijd met hun eigen middelen.
Deze situatie weerspiegelt waarom lesbiennes nog steeds bij een zeer gediscrimineerde ondergroep horen. Ze horen bij een geminoriseerde groep in de maatschappij, maar worden ook geminoriseerd in vrouwen- en homobewegingen.
Op onze website is er reeds materiaal te lezen daarover, en er komen meer artikels of referenties met uitleg daaromtrent. Dit materiaal toont hoe moeizaam het voor ons was binnen deze bewegingen en in de maatschappij.
Daardoor was onze prioriteit toen wij onze subsidies hadden ingediend – gelukkig net voor Covid – om met lesbiennes te beginnen. Begin 2021 komt er een tweede reeks over identiteiten.
Lesbische ruimten en dan vooral de onzichtbaarheid daarvan zijn zeer verwachte thema’s onder lesbiennes zelf, maar vaak eerder gefluisterd, omdat deze nog altijd gezien worden als een bedreiging. Het heeft inderdaad drie jaar geduurd voordat ik deze conferenties aan bod kon laten komen.
Een analyse van lesbiennes als geminoriseerde groep
Hoe kwetsbaarder een groep op sociaaleconomisch vlak, hoe moeilijker het is voor mensen die bij deze groep horen om voor hun eigen rechten op te komen. De risico’s zijn voor hen veel hoger.
Denk aan het verlies van werk, voordelen, privileges, of mogelijkheden, maar ook aan dat deze groepen heel snel en veel sterker bestraft worden. De keuze wat betreft werk is veel minder in voorraad voor lesbiennes. We blijven in een mannenwereld leven die voorkeur blijft geven aan mannen als het gaat om werk, goedbetaalde jobs, en subsidies. Dat geldt voor alle vrouwen, maar als u nog andere discriminaties leeft (lesbianisme, biseksualiteit, racisme en andere intersectionele moeilijkheden), begint dat zwaar te wegen.
Hoe zwakker uw positie in een maatschappij, hoe zwaarder u op sociaal, economisch en politiek vlak wordt bestraft. Waarom?
Door het durven leven als lesbiennes, lesBIennes (BI van biseksualiteit), “Vrouwen die van vrouwen houden”, plaatsen deze vrouwen zich in het midden, in de kruising van verschillende valkuilen.
Door deze keuze te maken, worden ze een uitdaging voor een sociaal systeem, een maatschappelijke organisatie, een civilisatie, die wereldwijd gebaseerd is op een heterosociaal systeem.
Lesbiennes bevinden zich op een kruising tussen het nu genoemde “gender-systeem” en een heterosociaal-systeem dat daarop/daarrond gebouwd is.
Bij geboorte wordt iedereen bestempeld als ‘man’ of ‘vrouw’, waar de zogenoemde ‘vrouw’ de ‘man’ moet dienen en moet liefhebben, met vaak gedwongen heteroseksualiteit. Het is zeer kort gezegd, maar zo minimalistisch blijft het nog altijd wel geldig – minder of meer.
Het klinkt heel brutaal, maar zo functioneert wat men in sociologie de ‘sociale conditionering’ noemt. Het is geen keuze, het is wat op u gedwongen is vanaf uw geboorte.
En dat brengen sterke vrouwen, en lesbiennes in het bijzonder, in gevaar.
Sekse (categorieën ‘man’-‘vrouw’ en seksualiteit) komt uit het Latijns Secare dat betekent ‘splitsen’ (‘séparer’). Een splitsing van ‘man’-‘vrouw’, een splitsing van ‘hetero’-‘Anders’.
Opvoeding/education/éduquer komt uit het latijns Educare : (‘redresser ce qui est tordu’) : het rechtzetten van wat is ‘gewrongen’, ‘slecht geworden’.
De categorieën ‘man’ en ‘vrouw’ zijn maatschappelijke constructies. Wij zijn tot ‘man’ of tot ‘vrouw’ opgevoed, en moeten kampen met veel andere sociale verschillen en machtsverhoudingen.
Verder in de Knack artikel vertelt schrijfster Majo Van Rijckeghem “In de samenleving als geheel bleven lesbiennes een anonieme groep, ook in vergelijking met homoseksuele mannen.” “Dat ligt mede aan de algemene maatschappelijke trend dat vrouwen {en lesbiennes in het bijzonder}, onzichtbaarder zijn dan mannen. Aan vrouwen wordt geleerd om de aandacht niet naar zich toe te trekken”.
Han Renard analyseert verder “Binnen de vroege holebibeweging stonden homo’s en lesbiennes dus vaak op gespannen voet, omdat de lesbiennes vonden dat de mannen het laken naar zich toe trokken, terwijl de lesbiennes en hun eisen in de schaduw bleven staan. Zichtbaarheid verwerven en strijden tegen mannelijke dominantie waren dan ook belangrijke redenen voor activistische lesbiennes om (zich) in de jaren 1970 in de vrouwenbeweging van de tweede feministische golf (ook vaak pionieren) (te investeren). Maar daar waren de rechten van lesbiennes ook geen prioriteit.
Meer nog, na verloop van tijd werden de lesbiennes door heteroseksuele feministes als een blok aan het been gezien. Niet welkom omdat ze beschouwd waren ‘een slechte naam’ aan de vrouwen beweging te geven, met vooroordelen zoals ‘mannenhaatsters’, en dusdanig niet gezien als wezens die, zij ook, enkel voor hun rechten opkwamen en gelijk vroegen en eisten.”
Lesbiennes waren uiteindelijk, met reden, boos over het gebrek aan solidariteit in de vrouwen- en homobeweging, en andere zogenoemde ‘alternatieve politieke’ groepen. Ze kregen niet de erkenning die ze verdienden. “veel vrouwenhuizen en vluchthuizen voor vrouwen zijn mee opgericht door lesbische vrouwen. Wij liepen vooraan in de abortusbetogingen. Wij hebben vaak een voortrekkersrol gespeeld.”
Doordat lesbiennes met meer vooroordelen en stereotypen te kampen hebben, is het nog veel moeilijker te weten te komen wie ze werkelijk zijn. Dit zijn manipulatieve mechanismen die de maatschappij en dominante groepen opstellen wanneer een doorsnee verbod niet lukt.
Hoe vrouwen en lesbiennes gekleineerd worden?
Door een slecht beeld van ‘stoere’ vrouwen en van ‘stoute’ lesbiennes te maken, krijgen lesbiennes weinig kans om ernstig/serieus genomen te worden.
Wanneer dit mechanisme gebruikt wordt om lesbiennes als ‘mannenhaatsters’ te bestempelen, in plaats van naar hun gerechtvaardigde eisen te luisteren, doen ze niets minder dan de lesbiennes klein maken. Lesbiennes worden zo opzij geduwd van hun welverdiende respect.
Door het beweren dat lesbiennes weinig gedaan of bereikt hebben, dat ze pas zeer laat of zelden iets gedaan hebben, hebben ze het syndroom “onbekend maakt onbemind” bijzonder waar gemaakt.
Niet alleen hebben deze vooroordelen geholpen om lesbiennes van de beweging doen verdwijnen of versmallen, maar hebben zij voor machthebbers – en aan de maatschappij – het beeld geschetst dat lesbiennes niet de moeite waard waren.
Zo hebben tot nu toe vaak lesbiennes zich buiten visibilisering bevonden.
Om voor lesbiennes zichtbaar te kunnen worden en dezelfde rechten te kunnen krijgen, is er nog veel werk aan de winkel.
Hoe meer een geminoriseerde groep gediscrimineerd is, hoe meer deze groep leert andere gediscrimineerde groepen te (kennen en te) steunen. In tegenstelling: hoe meer dominant een groep is, of hoe dominanter die wordt, hoe meer hij zich op zichzelf concentreert en andere minderheidsgroepen minder en minder (ziet en) respecteert.
De maatschappij positief veranderen is een heel leerproces: iedereen moet meehelpen en iedereen moet geminoriseerde groepen leren steunen.
Daarvoor zijn we met deze reeks conferenties en debatten herbegonnen.
Dank voor uw attentie.
Marian Lens – Conferentie September 2020
(Met dank aan Nika Looman voor het herlezen en haar wijze aanpassing van een voordrachttaal/spreektaal naar een vlottere leestaal)
Met de steun van Equal.Brussels – Gelijke kansen voor het Brussels Hoofstedelijk Gewest).